left

Het is avond
Ik ben vermoeid
Ik sluit mijn ogen

voor de nacht die
eeuwig is van
wondere klaarte

Ugo Verbeke

 

Artikelindex

De emoties die naar boven schieten bij het confronterende besef dat jij of je geliefde gaat sterven, kunnen je heel onzeker en bevreesd maken. Deze tekst poogt een houvast aan te reiken. Je vindt er een overzicht van de verschillende emoties en hoe je ze als een krachtbron of hulpmiddel kan beschouwen. Je vindt er ook tips over hoe je om kan gaan met jouw emoties of die van een stervende die je nabij wil zijn. Welke houding kan je aannemen aan het sterfbed?

De emoties die een stervende ervaart, worden nogal eens op dezelfde lijn geplaatst als de fysieke symptomen. Emoties zijn evenwel veel meer dan een symptoom. Emotionele reacties zijn in de eerste plaats een hulpmiddel om het dramatische gegeven dat ons leven binnenkort definitief voorbij zal zijn, te vatten en te integreren. Ze helpen ons het slechte nieuws te verwerken, te verteren en geven ons de nodige brandstof om ook in onze laatste levensdagen echt aanwezig te zijn en niet te vervallen in volstrekte passiviteit en doffe gelatenheid. Onze emoties brengen ons bij onze essentie, onze kern, waardoor we alsnog zin kunnen geven aan de laatste maanden en dagen. Hetzelfde geldt ook voor de dierbaren die de stervende omringen. Emoties zijn een bron van kracht, eigen aan de mens. Het is dan ook belangrijk om ruimte te geven aan emoties, hen op waarde te schatten en ze niet als een lastig verschijnsel te beschouwen dat zo snel mogelijk verholpen moet worden. Natuurlijk kunnen angst, woede, verdriet, ... ook heel overweldigend en immobiliserend zijn en dan is hulp aangewezen.

Overweldigende emoties

Als emoties je helemaal in bezit dreigen te nemen, is het goed om je enigszins te dissociëren van je emoties. We hebben soms de neiging om ons al te sterk te identificeren met onze angst, ons verdriet, onze woede... waardoor het lijkt dat we er in verzwelgen. Dat kan als heel bedreigend ervaren worden. Dan is het goed om je je emotie als iets buiten jezelf voor te stellen, als een vriend, een raadgever of een hulpmiddel dat jou hier, in deze noodsituatie, ter hulp komt snellen. Om je dat echt te kunnen voorstellen, is het nuttig enig inzicht te hebben in wat emoties zijn en hoe ze je kunnen helpen.


Inzicht in emoties

Er zijn vier natuurlijke emoties of basisemoties: verdriet, angst, woede en vreugde. Alle andere emoties zijn eigenlijk ‘onnatuurlijke' vormen of een ‘vervormde' uiting van een natuurlijke emotie die vastgehouden of onderdrukt wordt. Als natuurlijke emoties vrij kunnen stromen, brengen ze ons naar onze oorspronkelijke kwaliteiten, onze essentie, ons natuurlijke zelf.

Enkele voorbeelden:

Arrogantie is eigenlijk een vervormde uiting van angst die ergens diep van binnen al lange tijd vastgehouden wordt. Als je bij de oorspronkelijke angst kan komen en die vrij kan laten stromen, komt je natuurlijke gevoel van vrijheid, je vermogen tot vertrouwen en overgave terug naar boven. Depressie is het resultaat van verdriet dat lange tijd onderdrukt en vastgehouden wordt. Als het oorspronkelijke verdriet beleefd kan worden en kan gaan stromen, komt er ruimte vrij voor innerlijke vreugde en voel je terug je oorspronkelijke vitaliteit.

Vrij laten stromen houdt in dat je de emotie erkent en herkent: je aanvaardt dat de emotie bij jou aanwezig is en geeft er aandacht aan. Je maakt tijd om bij de emotie stil te staan, ernaar te kijken, ze te voelen, ze te verwelkomen zoals ze is. Hierdoor geef je kans aan een natuurlijk proces: als emoties op een gezonde manier ruimte krijgen, dit wil zeggen, met respect voor jezelf en anderen, zonder dat ze overweldigend worden, brengen ze jou bij wat je hier en nu nodig hebt om verder te kunnen en dichter bij je ware zelf te komen. 

Laten stromen betekent ook dat je de emotie niet bij jou houdt. Soms hebben we de neiging om in emoties te blijven steken of ze kunstmatig te voeden met overtuigingen in de trant van: 'het is normaal dat ik boos ben, want ik heb onrechtvaardige dingen meegemaakt in mijn leven' of 'natuurlijk ben ik verdrietig, want ik heb mijn partner verloren'. Uiteraard is het volstrekt normaal om in die gevallen boos of verdrietig te zijn, maar het is ook volstrekt normaal dat een emotie na een tijd verdwijnt. Dan moeten we niet uit gewoonte in woede of verdriet blijven steken.

Vaak zitten tussen de ‘natuurlijke' basisemotie en de ‘vervormde' of afgeleide emotie,  (valse) overtuigingen. Het ontmaskeren van die overtuiging(en) kan dan heel veel in beweging zetten (lees meer).

Wat houden de verschillende basisemoties in?

Angst

Angst als natuurlijk verschijnsel, waarschuwt ons voor gevaar, waarop we dan kunnen reageren door te vechten of te vluchten. In sommige situaties is er evenwel geen vechten of vluchten mogelijk en dan slaat de angst naar binnen en doet hij ons langzaamaan verstijven. Naar binnen geslagen angst uit zich in allerlei onredelijke en nutteloze veronderstellingen, die je vrijheid onnodig aan banden leggen.

Als je je angst als een vriend beschouwt, kan hij een krachtig hulpmiddel worden om dit mechanisme van zelfbeperking te ontmaskeren, de oude angst terug te ontdekken, te doorleven en los te laten en weer voluit te gaan leven. Het gebeurt vaak dat datgene waarvoor je bang bent, ooit al eens gebeurd is en emotioneel niet verwerkt is. Het leven brengt situaties op je pad, waardoor je de kans krijgt om alsnog die oude geschiedenis te verwerken en terug voluit jezelf te zijn. Het kan ook zijn dat de angst je waarschuwt voor iets hier en nu. Het hoeft niet altijd om fysieke bedreigingen te gaan. Je kan bijvoorbeeld bang zijn om een goeie vriend te verliezen, terwijl daar niet onmiddellijk een reden toe lijkt. Dan is het goed om bij jezelf te onderzoeken of je die vriend eigenlijk niet nu al aan het verliezen bent. Misschien was je de laatste tijd door allerlei zaken opgeslorpt, waardoor je minder tijd en aandacht voor hem of haar had en voel je onbewust een gemis, dat zich kenbaar maakt via een onbestemde angst om je vriend te verliezen. Je angst komt je dan eigenlijk vertellen dat het tijd is om op te treden, omdat jij jezelf tekort doet door deze gang van zaken.

Door je angsten te laten stromen, kom je uiteindelijk uit bij je moed, je vertrouwen, je intuïtie, je vermogen om in het hier en nu, in overgave te leven, ontvankelijk en spontaan te zijn en bij het besef een vrij wezen te zijn. "Laten stromen" betekent dat je je angsten erkent in plaats van ze te negeren, er aandacht aan geeft, durft te voelen hoe het zou zijn als je angsten waarheid zouden worden en de emoties die daarbij naar boven komen op een gezonde manier ruimte geeft.

Verlegenheid, bezorgdheid, wantrouwen, onzekerheid, arrogantie en schaamte zijn uitingen van verborgen of vastgezette angsten. Woede uiten kan een manier zijn om angst te onderdrukken.

Woede

Woede ontstaat wanneer een grens overschreden wordt (door een ander, maar ook onbewust door jezelf). Woede brengt je de kracht en de mogelijkheid om je grenzen te herstellen of te doen respecteren en zo je eigen ruimte af te schermen. De eerste vraag bij woede is dan ook altijd welke grens overschreden is. Woede is een alarmsignaal dat je vertelt dat het tijd is om op te treden.

Het probleem met woede is meestal dat we met een hoop oude woede in ons lijf zitten die we vroeger niet geuit hebben, waardoor we gaan projecteren op mensen die niets met onze oorspronkelijke woede te maken hebben of overbeladen gaan reageren: we worden boos op de verkeerde persoon of buiten proportie boos en overschrijden daarmee op onze beurt de grenzen van de ander. Zo komen we al snel in een ongezonde spiraal terecht.
Als je je onredelijk boos voelt, vraag je je dan af of de woede je een boodschap over een oude kwetsuur brengt. Is dit het geval dan is het een goed idee om je woede op een respectvolle wijze te uiten en te doorleven (door bijvoorbeeld op een kussen te slaan) en in te zien wanneer en bij wie ze ontstaan is. Let evenwel op dat dergelijke technieken geen gewoonte worden, waarbij je woede opwekt die er eigenlijk initieel niet is.

Uiteindelijk is het de bedoeling dat je de oorzaak van je woede kan wegnemen door de overschreden grens hier en nu te herstellen. Misschien ben je niet zozeer boos over wat vroeger gebeurd is, maar ben je eerder boos op jezelf, omdat je blijft voortleven alsof het gebeurde nog altijd plaatsvindt. 

Als je woede kunt doorwerken, word je krachtiger van binnenuit en zul je je in het algemeen ook minder bedreigd voelen en minder snel defensief gaan reageren. Je kan terug op een vriendelijke en duidelijke manier je grenzen aangeven, wat getuigt van liefde voor jezelf en voor de ander. Je wordt oprechter en krijgt terug een duidelijker besef van je eigen identiteit en bestemming.

Als woede daarentegen onderdrukt wordt, kan ze boven water komen onder de vorm van minachting, verbittering, wraakzucht, slachtoffergevoel, sarcasme, agressie, geïrriteerdheid, macht, trots, jaloezie, walging of wanneer de woede zich uiteindelijk bij gebrek aan uitweg tegen jezelf keert: schuldgevoel en suïcidaliteit. Woede kan verborgen liggen onder een laag van angst, want angst onderdrukt woede.

Verdriet

Verdriet is een natuurlijke reactie op fysieke of emotionele pijn. Emoties gaan stromen en onze tranen zijn een verzachtende balsem voor de pijn die we voelen.

Ook bij oude kwetsuren, is verdriet een krachtige katalysator. Als oud verdriet naar boven komt, is het goed om de emoties te laten stromen: onze tranen zijn een teken dat we smelten en dat een stukje van onszelf dat vast zat, terug in beweging komt en terug gaat leven. Tranen zijn welkom. Als samen met het verdriet ook het inzicht komt, kan de oude kwetsuur helen en vinden we een stuk van ons oorspronkelijk gevoel van vreugde, vrede, mededogen, vitaliteit en verbondenheid terug.

Als verdriet vast komt te zitten, kan zij zich gaan uiten via depressie, onlustgevoelens, chagrijnigheid en wanhoop.

Vreugde

Vreugde maakt dat we als een creatief en speels wezen door het leven "walsen" en werkelijk voluit kunnen gaan leven. Helaas hebben we nogal de neiging om te denken dat het leven een ernstige aangelegenheid is vol verantwoordelijkheden en verplichtingen, waar niet valt aan te ontkomen. Humor kan hierbij wonderen doen.

Vreugde die zich niet mag uiten, kan leiden tot verveling, geblokkeerde creativiteit, saaiheid, minimaal leven of overdreven ernst.

Lagen

Emoties slaan zich vaak in lagen op. Als je bijvoorbeeld ruimte aan je woede heeft, kan het zijn dat je plots bij verdriet uitkomt, die zich al die tijd onder je woede bevond.


Emoties bij stervenden

Ook bij stervenden is het belangrijk om emoties niet te snel als problematisch of oncomfortabel te beschouwen, maar ze eerder te zien als een belangrijk hulpmiddel bij de beleving van het stervensproces en het volbrengen van het eigen leven.

Verdriet

Afscheid moeten nemen van geliefden, van je vertrouwde leven, van je gezondheid, van je fysieke mogelijkheden, betekent loslaten en loslaten is meestal moeilijk en doet pijn. Misschien steken ook emoties van oude, onverwerkte verlieservaringen terug de kop op. Verdriet en tranen doen alle emoties stromen en helpen om niet in de verlieservaring te blijven steken. Door het verdriet te beleven, wordt er ruimte gemaakt om ook nog vreugdevolle momenten te beleven, om verbondenheid te voelen en misschien uiteindelijk innerlijke vrede te vinden.

Angst

Misschien lijkt angst je een normaal en onoverkomelijk gegeven als je weet dat je gaat sterven. Nochtans hebben niet alle stervenden in dezelfde mate last van angsten.
Het kan helpen om een overweldigende, abstracte en vage angst voor de dood, op te delen in duidelijke, concrete angsten: bv. de angst afhankelijk te worden, de angst om pijn te lijden, de angst na de dood ‘beoordeeld' te worden... Dit maakt de angst al gemakkelijker om te hanteren en te verkennen, om uit te zoeken wat jou hierbij kan helpen en eventueel na te gaan waar die angst feitelijk vandaan komt en je eigenlijk te vertellen heeft. Als angst gaat stromen, kan vertrouwen en overgave voor wat komt naar boven komen.

Woede

Het feit dat net jij ziek moet worden, dat jij zal moeten sterven, kan heel onrechtvaardig lijken en heel wat woede opwekken. Ook het loslaten van je mogelijkheden, je vertrouwde leven, overgeleverd zijn aan anderen, het moeten ondergaan van onaangename behandelingen en onderzoeken, kan aanleiding geven tot heel wat woede.
Zeker in deze bijzondere situatie is het belangrijk en nodig de kracht te vinden om nieuwe grenzen te kunnen stellen. En met de woede komt misschien wel heel wat oude woede naar boven. Dit niet onderkennen kan leiden tot behoorlijk lastig en agressief gedrag, waarbij het voor de naasten belangrijk is om tijdig grenzen te stellen. Als woede evenwel op een respectvolle manier erkend en geventileerd kan worden, kan er ruimte vrij komen voor liefde en kracht.

Vreugde

Het is niet al kommer en kwel aan het sterfbed. Sta open voor de vreugde en humor die bij jezelf of de stervende opkomt en durf daar ook voluit in mee te gaan. Zet geen domper op de vreugde of doe de kans op een ontspannen moment niet te niet door (on)bewust de overtuiging aan te houden dat het er aan een sterfbed ernstig aan toe moet gaan.

Verwerkingsfasen

Uit onderzoek blijkt dat het verwerken van de slechte tijding van het nakend sterven in verschillende fases gebeurt.

Tegenwoordig zijn er heel wat modellen die het verloop van deze fases schetsen, maar aan de basis ligt toch vaak het model van psychiater dr. Elisbeth Kübler-Ross (1926-2004), een pionier in de moderne stervensbegeleiding. Zij onderscheidde 5 fasen:

1) de ontkenning

2) het protest (of boosheid)

3) onderhandelen (met God, met jezelf...) en vechten

4) depressie en gevoel van machteloosheid

5) aanvaarding.

Niet iedereen krijgt te maken met alle fases of beleeft de fasen met dezelfde intensiteit. Ze worden ook meestal niet in rechte lijn doorlopen: soms overlappen ze elkaar, soms duiken vorige fases terug op, soms vinden ze in een andere volgorde plaats (zie ook de fasen in een rouwproces).


Houding tegenover stervenden

Het besef dat er sterke emoties in het spel kunnen zijn en de angst om daar niet goed mee om te kunnen gaan, kan maken dat iemand zich afgeschrikt voelt om een stervende op te zoeken.
Dat is nergens voor nodig. Er zijn twee vuistregels waarmee je al heel ver komt: zijn is belangrijker dan doen en de ander verdient veel respect net als jijzelf.

Zijn is belangrijker dan doen: probeer te vermijden dat je denkt iets te moeten doen voor de ander of dat je de ander zijn problemen moet oplossen. Het belangrijkste is dat je zo volledig mogelijk en echt aanwezig bent bij de ander - de rest komt dan wel vanzelf.

Omdat dat niet altijd evident is, volgen hierna toch enkele richtlijnen die houvast kunnen bieden.

Aanwezig zijn, betekent eerlijk jezelf zijn - het is geen goed idee om toneel te gaan spelen en gekunsteld vrolijk te gaan doen om de ander op te peppen of je eigen emoties te verbergen. Dit geeft de ander de boodschap dat hij of zij mee moet meespelen en evenmin zichzelf mag zijn. Zelf eerlijk zijn, nodigt de ander uit om ook eerlijk te praten over wat hem of haar bezighoudt.

Als de ander emotioneel wordt, blijf dan rustig en diep ademen in het besef dat dit heel natuurlijk en zinvol is voor de ander. Laat de emoties de tijd om hun werk te doen en weersta aan de verleiding om in te grijpen. Dat betekent soms ook dat je iemand even moet laten huilen, laten wanhopig of angstig zijn. Ontvang met open hart en aandacht wat je waarneemt bij de persoon tegenover jou, maar reageer niet onmiddellijk, want door te willen troosten of helpen, plaats je ongewild jezelf en de relatie tussen jullie beiden terug op de voorgrond en onderbreek je eigenlijk het natuurlijk proces dat bij de ander op gang komt. Eventueel kan je helpen ruimte te geven aan de emotie door je inwendig voor te stellen hoe het voelt om verdrietig, angstig of boos te zijn. Als je voelt dat de emotie over haar piek is en voor dit ogenblik voldoende geuit werd, kan je natuurlijk wel de ander even liefdevol vastpakken, een hand strelen, een kus geven enz... en/of uitdrukking geven aan de gevoelens die inmiddels bij jou opkwamen (bv. machteloosheid).

Hoewel inzicht in emoties heel handig is om zelf rustig te blijven, is het goed je niet te laten verleiden tot het geven van verklaringen of bedenkingen, want dan trek je alles weer op het mentale plan. Meestal komt het -voor de betrokkene op dit ogenblik juiste- inzicht vanzelf als de emotie volledig aan de oppervlakte mag komen. Dit toelaten bevestigt de ander bovendien in zijn kracht, in zijn vermogen om de situatie zelf aan te kunnen. Als de emotie wegebt, kan je nog altijd iets zeggen waarvan je denkt dat het voor de ander waardevol kan zijn. Mensen in nood verwachten ook niet echt dat je iets zinnigs weet te zeggen; wat telt is dat ze zich omringd voelen door oprecht meelevende mensen.

Zo heeft het overigens bijvoorbeeld ook weinig zin om mensen met doodsangst te vertellen over een leven na de dood. Dergelijk geloof kan je niet afdwingen en eigenlijk negeer je dan de angstgevoelens.

Besef ook dat wanneer het om dieperliggende emoties gaat, die te maken kunnen hebben met oude kwetsuren, veel afhangt van de fysieke toestand van de betrokkene of van zijn of haar wil om hiermee aan de slag te gaan, of er iets van de oude kwetsuren via emoties kan geheeld worden.
Hoe interessant het immers ook kan zijn om oude kwetsuren aan te pakken, je kan dit niet opleggen aan iemand. Als mensen tijdens het leven daar weinig mee bezig zijn geweest, moet je niet verwachten dat ze op het einde daarin plots zullen veranderen. Mensen sterven meestal zoals ze geleefd hebben. Dit kunnen aanvaarden is de stervende als mens aanvaarden.
In een vergevorderd stadium heeft een stervende bovendien te weinig energie of concentratievermogen om zich aan een uitgebreid zelfonderzoek te onderwerpen.

Hetzelfde geldt voor oude conflicten: hoewel het natuurlijk bijzonder zinvol kan zijn om een oud conflict aan het sterfbed bij te leggen, is het toch goed om ook daar geen al te hoge verwachtingen rond te hebben. Probeer het conflict in de eerste plaats voor jezelf zinvol af te ronden.

De meeste mensen (zeker van oudere generaties) hebben niet geleerd om vrijuit over hun emoties te (mogen) praten. Als je wil aangeven dat dit bij jou wel kan of wanneer je de ander daarmee wil helpen, is het een goed idee om gewoon te benoemen wat je waarneemt: bv. "ik heb het gevoel dat je wel heel verdrietig bent, is dat zo?", "ik zie dat je je angstig voelt", "je bent precies bang", "hierover moet je toch wel boos zijn" of nog: "ik zou mij nogal opwinden als mij dat zou overkomen" (gebruik vooral je eigen bewoordingen). Al naargelang de reactie van de betrokkene kan je dan verder doorvragen of benoemen, of de zaak laten rusten. Zelfs als de ander uiteindelijk nu niet over zijn gevoelens met jou wenst te praten, is het waardevol dat je de boodschap gegeven hebt open te staan voor dergelijk gesprek.

Soms zijn emoties heel goed gemaskeerd en heeft de betrokkene er zelf geen besef van. Vaak gaan emoties zich dan fysiek gaan uiten: slapeloosheid, zweten, hartkloppingen kunnen bijvoorbeeld wijzen op angst.

Wees niet bang dat emotioneel worden te vermoeiend zou zijn voor iemand in een palliatieve fase. Het is veel vermoeiender om emoties te onderdrukken.

Laat je ook niet afschrikken door stiltes. Je hoeft niet steeds het gesprek gaande te houden om met de ander verbonden te blijven. Stiltes hebben bovendien een belangrijke functie: om het gezegde te laten zakken, om ruimte te geven aan diepere emoties, om ruimte te geven aan wat onuitspreekbaar is of gewoon, als rustpauze (een gesprek voeren kan voor een zieke immers vermoeiend zijn) of om iemand die door het ziekteproces meer tijd nodig heeft om na te denken, de kans te geven om zijn of haar gedachten te ordenen en in woorden uit te drukken. Als het stil wordt, laat je dan als het ware 'zakken' in de stilte en luister naar wat de stilte vertelt...

Respect voor de ander: respect betekent dat je je probeert in te leven in de ander en vermijdt dingen te doen die je zelf ook niet zo fijn zou vinden, zonder daardoor gespannen te raken uit schrik iets verkeerd te doen. Vragen staat vrij. Als je over iets twijfelt, spreek dit dan uit en vraag aan de betrokkene wat hij of zij er van vindt. Als je graag iets wil doen, maar je weet niet wat, spreek dit uit. De stervende weet het best wat hij of zij nodig heeft. Als communicatie niet meer mogelijk is, ligt het moeilijker: wees alert voor non-verbale signalen, probeer je in de plaats te stellen van de persoon in kwestie, met zijn of haar eigen karakter en overtuigingen en stel je voor hoe je dan zou reageren.

Respecteer de ander in zijn autonomie (beslis niet onnodig in zijn of haar plaats) en in zijn vermogen om deze situatie aan te kunnen. Verzwijg niet te snel belangrijke informatie omdat je denkt dat de ander het niet aan kan. In extreme situaties blijken mensen meestal over veel meer veerkracht te beschikken dan verwacht. Soms hebben we ook de neiging om bepaalde dingen niet te willen zeggen, omdat we het zelf niet aankunnen om de ander zeer emotioneel te zien worden. Zoek dan hulp. De meeste mensen voelen hun nakende einde wel aan en worden angstig en depressief als ze er niet open over kunnen praten.
Als je een negatieve boodschap wil overbrengen, kondig dit dan even aan (ik heb slecht nieuws), wacht er vervolgens niet langer mee, maar zeg kort en duidelijk waarover het gaat en geef de betrokkene dan de tijd om te reageren.
Neem niet alles uit handen van de stervende, vanuit een verlangen om je nuttig te maken. De stervende moet al genoeg uit handen geven, laat hem of haar nog doen wat hij of zij wel nog kan. Wees luisterend aanwezig en reageer als er een vraag naar hulp komt.

Respect voor jezelf: geef op een rustige en respectvolle manier uiting aan je eigen gevoelens. Bv. ik vind het lastig dat ik niets voor je kan doen, ik vind het moeilijk je zo te zien.

Forceer jezelf niet: beloof of doe geen dingen die je eigenlijk helemaal niet fijn vindt om te moeten doen. Begin niet over gevoelens te praten als je dat eigenlijk niet ziet zitten. Ons vermogen om ruimte te geven aan de gevoelens van een ander is recht evenredig met ons vermogen om onze eigen gevoelens te aanvaarden.

Als de ander woede op jou begint te projecteren, helpt het als je inziet dat het helemaal niets met jou te maken heeft, maar met de situatie. Woede is vaak een verhulde kreet om hulp. Geef niettemin tijdig je grenzen aan. Zeg bijvoorbeeld dat je begrijpt dat de ander in deze situatie heel boos is, maar dat je liever hebt dat hij dat gewoon zegt in plaats van zich af te reageren op jou. Als het de spuigaten uitloopt, kan je zeggen dat je even weggaat, tot de ander bekoeld is.

Praat zelf met andere mensen over de situatie. Draag zorg voor jezelf en heb oog voor je eigen behoeften. Het is niet omdat de andere stervende is, dat je jezelf moet wegcijferen.

Heftige emoties

In geval van heftige en voortdurende emoties, kan je naast aanwezig zijn, proberen de stervende te helpen ontspannen. Wat bij iemand werkt is zeer persoonsgebonden, maar je kan het proberen via aanraking, massage, vertrouwde muziek of het gebruik van etherische oliën.  Ook vertrouwde spullen (indien de betrokkene niet thuis kan sterven) en dingen die de uiterlijke zintuigen prikkelen (zachte kussens, een mooie foto, een deken in een mooie kleur, bloemen, ...) kunnen helpen om rust te brengen. Meditatie is ook een goeie techniek om te ontspannen, maar zal in deze situatie wellicht enkel helpen als de persoon in kwestie ermee vertrouwd is.

Als de oorzaak bij de ziektesymptomen ligt of in geval van al te hevige onrust waarbij niets anders helpt, kan kalmerende medicatie aangewezen zijn.

Tijdens de laatste dagen kan het soms gebeuren dat de stervende zeer onrustig tot paniekerig wordt tengevolge van een combinatie van fysieke en emotionele factoren. Dit wordt terminale onrust genoemd. Misschien voel je je als geliefde, vriend of hulpverlener van de betrokkene machteloos omdat je het gevoel hebt de ander niet meer te kunnen bereiken. Een gesprek waarbij de ander kan delen hoe hij of zij zich voelt, is in de laatste uren immers meestal niet meer mogelijk. Weet dan dat je aanwezigheid toch bijdraagt tot een gevoel van veiligheid bij de stervende.  

Besef ook dat onrustige bewegingen, opgewondenheid of verwardheid normale symptomen van het eigenlijke stervensproces zijn. In het Tibetaans boeddhisme wordt dit beschouwd als het loslaten van het element aarde en wordt er aangeraden om daar gewoon in mee te gaan: wil de stervende rechtop komen, help hem dan even, wil hij onmiddellijk weer gaan liggen, help hem ook daar dan bij. De stervende zelf heeft daar geen last van, hoewel dit vaak zo geïnterpreteerd wordt door degene die hem of haar omringen.

Innerlijk gesprek

Tot slot wil ik nog iets kwijt over de mogelijkheid tot een innerlijk gesprek. In sommige situaties is het zeer moeilijk te communiceren met de betrokkene. Het kan zijn dat de betrokkene weinig bewustzijn meer heeft en niet meer kan praten. In die situatie is het toch goed om luidop te zeggen wat je wil zeggen, want algemeen wordt aangenomen dat het gehoor het laatste zintuig is dat wegvalt. Bovendien is de intentie achter een luidop uitgesproken woord altijd krachtiger. Maar het kan ook zijn dat je nooit alleen bij de betrokkene bent en dat wat je wilt delen heel persoonlijk is. Of misschien is het onmogelijk om fysiek aanwezig te zijn bij de stervende en denk je van op afstand aan hem of haar. In dat geval kan je je toevlucht nemen tot een innerlijk gesprek.

Wat houdt dit in?
Een innerlijk gesprek houdt in dat je je zo goed mogelijk afstemt op de betrokkene. Als je fysiek nabij bent kijk je naar de stervende en neem je zo goed mogelijk waar. Wat zie je? Wat hoor je? Wat voel je? En hoe voel jij zelf aan? Focus ook met je innerlijke zintuigen: hoe voelt de sfeer rond het sterfbed aan? Welke beelden komen voor je innerlijk oog? Gedachten? Gevoelens? Neem waar, zonder oordeel en zonder iets te willen veranderen. Misschien voel je na een tijdje iets in je waarneming veranderen, waardoor je het gevoel hebt dat er op een subtiele manier een verbinding is tussen jou en de ander. Als je fysiek niet bij de ander bent, begin je met je voor te stellen dat de ander voor jou staat, zit of ligt. Je probeert de ander zo scherp mogelijk voor de geest te halen. Daarna begin je ook waar te nemen, zoals hierboven beschreven.

Als je dat goed lukt, of na een tijdje, kan je onder woorden brengen wat in je opkomt, wat je wilt uitdrukken, wat je nog wil zeggen. Je hoeft de woorden niet luidop uit te spreken, hoewel dat wel meer helderheid en kracht kan geven aan je intentie. Belangrijk is dat je na het uitspreken van enkele zinnen - luidop of gewoon vanbinnen in je gedachten- even stil wordt en je terug afstemt op je innerlijke waarnemingen. Misschien komt er een gedachte in je op of krijg je een bepaald gevoel.

Ga zo verder tot je het gevoel hebt dat het ok is en je het gesprek kan afronden. Een innerlijk gesprek bevordert de verbinding met de ander, wanneer dat door de omstandigheden moeilijk is, en maakt desondanks een mooie afronding, waarbij alles uitgesproken is wat nog uitgesproken moest worden, mogelijk.

 

 

Expressing easily what I feel
Keeps me present and keeps me real

(Shama en Frank Coppieters)

 

 

 

 

 

 

righttop
right

U mag de teksten van deze site vrij gebruiken en verspreiden, mits vermelding van www.izamen.be.